Bijlage B. Sneltoetsen voor het toetsenbord voor het bewerken

Deze korte tekst beschrijft het gedrag van de toetsen in het bewerkingsvenster. De term "Verplaats naar binnen het segment" betekent dat de cursor verplaatst naar het begin van het segment als het eerder vóór het segment stond en naar het einde van het segment als het er eerder achter stond.

Tabel B.1. Gedrag van de toets bij bewerken

Toetscombinatie Actie
Links: één teken naar links, maar niet verder dan het begin van het segment
Rechts: één teken naar rechts, maar niet verder dan het einde van het segment
Ctrl+Links: één woord naar links, maar niet verder dan het begin van het segment
Ctrl+Rechts: één woord naar rechts, maar niet verder dan het einde van het segment
PgUp: pagina omhoog door het document
PgDn: pagina naar beneden door het document
Home* verplaats naar het begin van de regel in het segment
End* verplaats naar het einde van de regel in het segment
Ctrl+Home verplaats naar het begin van het segment
Ctrl+End verplaats naar het einde van het segment
Ctrl+PgUp verplaats naar het begin van het document (Mac: Cmd+PgUp)
Ctrl+PgDn verplaats naar het einde van het document (Mac: Cmd+PgDn)
Backspace* verwijder het teken vóór de cursor
Delete* verwijder het teken na de cursor
Ctrl+Backspace verwijder de tekens tot aan het begin van het huidige woord (Mac: Alt+Backspace)
Ctrl+Delete verwijder de tekens tot aan het begin van het volgende woord (Mac: Alt+Delete)
Ctrl+Enter open het vorige segment (Mac: Cmd+Enter)
Ctrl+A selecteer het complete segment (Mac: Cmd+A)
Ctrl+Shift+O schakelen RTL-LTR
Ctrl+spatiebalk open een dialoogvenster met contextuele suggesties (Mac: Esc). Gebruik Ctrl+PgUp/PgDn (Cmd+PgUp/PgDn op Mac) om successievelijk te schakelen tussen Items woordenlijsten, Items auto-tekst, Ontbrekende tags en Tabel voor tekens options.

* Deze toetsen gedragen zich anders als de cursor buiten het bewerkbare segment staat:

De toets "Shift" omvat niet per definitie enig speciaal gedrag: indien de "Shift"-toets is ingedrukt verplaatsen alle toetsen de cursor op de hun gewone manier, behalve in het geval van de combinatie Shift+Enter, die een regeleinde in de tekst invoert.

De systeembrede opdrachten Alles selecteren (Ctrl+A), Plakken (Ctrl+V), Knippen (Ctrl+X), kopiëren (Ctrl+C), Overeenkomst invoegen (Ctrl+I) en Bron invoegen (Ctrl+Shift+I) acteren in principe alleen op de tekst binnen het momenteel geopende segment.

Het is mogelijk van het ene naar het andere venster te gaan (bijvoorbeeld vanuit Bewerken naar het venster Fuzzy overeenkomsten) met behulp van Ctrl+Tab. Ctrl+Shift+Tab brengt u terug naar het vorige venster. De sneltoetsen Ctrl+A en Ctrl+C werken in vensters, wat het mogelijk maakt alle of enige informatie te kopiëren naar het klembord.

Onthoud dat u de sneltoetsen naar uw eigen voorkeuren kunt aanpassen. Zie appendix Sneltoetsen aanpassen